02 augustus 2015

De inventaris

© Foto Jan Beerling

Column - Ik ga aan een tafeltje zitten in mijn vaste horeca gelegenheid in het centrum. De serveerster brengt al direct een dampende kop thee. Ik moet grinneken. Ik had nog niet besteld namelijk maar dit betekent dat ik er nu echt bij hoor. Bij de vaste klandizie. Inmiddels kom ik hier al weer een jaar of acht. Het begon toen ik net thuis kwam uit de revalitaria. Voor het vervoer was ik afhankelijk van de rolstoeltaxi. Ritten moet je minimaal een uur van te voren boeken en dit is dan een ideale plek om te wachten op de terugrit naar huis. Later kreeg ik een handbike waarmee ik zelfstandig overal naar toe peddel. Maar de plek is gebleven. Vooral als ik alleen ben. Ik kan mijn handbike er makkelijk parkeren in de overdekte gang die de winkels verbindt. Er zijn verschillende winkels waaronder een supermarkt, een drogist en een boekenshop waar ik wel eens een kaartje haal om te versturen. En er is een pinautomaat op rolstoelhoogte. Bij mijn vaste horecatent kan ik in mijn rolstoel zo naar binnen. Erg belangrijk want bij de meeste kroegen in Hengelo is dit niet zo. Verder is de bediening zeker vriendelijk. Maar wat ook belangrijk is als je zomaar even ergens een stukje tijd zit te verdrijven. Er is er veel te zien en ik hou er van om, zeker als ik alleen ben, te genieten van wat er voorbij gaat. Vooral op het terras bij mooi weer. Mooie dames natuurlijk, maar nog veel meer. De dealers van enkele jaren geleden zie ik niet meer. Dat vind ik niet erg. De rondhangende zwervers hebben nu een vaste plek aan de andere kant van het plein. Af en toe steekt er een over om verse blikken bier te halen bij de super. Gebleven is de vaste plek voor de Roma-accordeonist of -blaadjesverkoper van dienst. Een enkele zonderling komt voorbij, winkelend publiek en een paar prachtig uitgedoste gothic jongeren. Soms is het compleet theater. Laatst een man en een vrouw, beiden in een scootmobiel. Ze zien er uit als daklozen uit een grote stad met hun hele hebben en houden in een supermarktkarretje. Dit stel gebruikt de scootmobiel daar voor. Ik wist niet dat je zoveel mee kon nemen op zo'n ding. Waar hoor ik nu bij, vraag ik me wel eens af. Ik kom daar vaak, soms iedere dag even een uurtje. Dan weer een tijdje niet. Er zitten her en der vaste clubjes bezoekers die ik 'inventaris' noem. Wanneer hoor je bij die 'inventaris', denk ik wel eens. Een tijdje geleden ging de 'inventaris' mij groeten en toen wist ik het zeker. Als de 'inventaris' je begint te groeten, dan hoor jij daar ook bij. Ik hoor bij de 'inventaris'.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Erg leuk 'cursiefje'
Leo

Jan Beerling zei

Dank je Leo.

Anoniem zei

Namens Hanneke: supergoeie column alweer!