17 december 2010

Nieuwe video's Lokomat

BMTV uit Hengelo maakte video's over mijn training in de Lokomat, de looptrainer bij de St. Maartenskliniek in Nijmegen.
Ze staan nu op mijn YouTubekanaal: Jan Beerling @ YouTube
http://www.youtube.com/user/JanBeerling?feature=mhum#p/c/B1645FB5F9EC48B3

10 december 2010

Opnieuw in de Lokomat

Prachtig nieuws kreeg ik te horen. Ik heb net een evaluatiegesprek gehad over mijn training in de Lokomat. Het was een prettig en goed gesprek met de revalidatie-arts van de Maartenskliniek in Nijmegen. Daar staat één van de drie Lokomats die Nederland rijk is. In september en oktober heb ik er zes weken lang een intensieve looptraining op gedaan. Ik heb er duidelijk meer spierkracht door gekregen en meer coördinatie van mijn spieren. De revalidatie-arts vindt het een prima idee om mij nog een serie van twaalf trainingen in zes weken te laten doen. Ik sta weer op de wachtlijst en ben waarschijnlijk in februari aan de beurt. Maar ik ben hier erg blij mee. De Lokomat is een uniek looptrainingsapparaat dat je in staat stelt intensief te trainen op een manier die anders niet mogelijk is. Gezien de positieve resultaten die het apparaat oplevert is de revalidate-arts in Nijmegen zelf ook heel erg te spreken over de Lokomat. Een apparaat dat eigenlijk ieder revalidatiecentrum in Nederland zou moeten hebben.

05 december 2010

Rolstoeler schopt bankrover knockout

Column - Ik sta in de rij bij mijn bank want mijn pinpas doet het niet meer. Voor mij drie andere klanten. Vooraan een oudere heer. Dan een aantrekkelijke jonge vrouw, beetje Ilse de Lange type, maar langer. En voor mij een schuchter kijkend, vaag type. Sinds mijn handicap moet ik vaak wachten. Dat kan ik meestal vrij goed. Beetje in mijn rolstoel hangen en mensen kijken. Plotseling steekt het vage type een pistool omhoog. ‘Bankoverval!’ schreeuwt hij met trillende stem. Ik schrik. Heb een dwarslaesie overleefd en ik heb geen zin door zo’n idioot in zijn zenuwen overhoop geschoten te worden. Als ik al suïcidaal was, had ik wel voor een andere weg gekozen. De overvaller dwingt de loketbediende geld in zijn meegebrachte tas te doen. ‘Hier is bijna niks. Daar kan ik niet zomaar bij. Is beveiligd,’ stamelt de zwetende bankemployee. Zenuwachtig stoot de overvaller de tas van de balie. Die komt vlak voor mijn voeten terecht. De rover kijkt mij onderzoekend aan en bukt. Dan gaat het haast vanzelf. Mijn handen liggen op mijn benen en ik knijp even in mijn rechterbeen. Mijn rechtervoet schiet in spasme als een raket omhoog en raakt de boef vol in zijn gezicht. Ingewijden weten dat je met een flinke spasme dwars door een betonnen muur kunt trappen. Geluidloos klapt de overvaller achterover en blijft bewusteloos liggen. Ik kan net zijn pistool opvangen, een Walter P38. Voor de zekerheid schuif ik de veiligheidspal er op zodat het niet kan afgaan. Het Ilse de Lange type kijkt mij plotseling geïnteresseerd aan. ‘Gaat alles bij jou zo snel omhoog?’ vraagt ze ondeugend. ‘Wil je het eens proberen?’ kaats ik terug en lach haar uitnodigend toe. ‘Ik heet Jennifer,’ zegt ze en doet een stap dichterbij. Ik krijg het gevoel dat het een mooie dag gaat worden. En de avond is plotseling vol zoete beloftes.

22 november 2010

Liberté, egalité, revalidité!

Column - Vroeger was het simpel. Als je het ergens niet mee eens was dan ging de beuk er in. Protestmarsen, bezettingen en nog veel vroeger zelfs complete revoluties. Wat dat betreft zou er in revalidatieland ook wel eens een revolutie mogen uitbreken. Dat lijkt namelijk aardig vast te zitten. De scepter wordt er gezwaaid door revalidatie artsen en fysiotherapeuten. Zij bepalen wie er mag revalideren, hoe je mag revalideren en vooral: hoe lang je mag revalideren. Als zij zeggen dat je weer weg moet dan moet je weg. En weg is pech. Ook al wil je zelf langer. Soms speelt er een wachtlist mee. Zoals bij mijn training op de Lokomat. Ik mag maar twaalf keer, boek vooruitgang, maar moet na twaalf keer toch stoppen want er willen nog veel meer revalidanten op dit prachtige apparaat. Als we nu eens anders met al die mooie apparaten omgaan kunnen er meer mensen trainen. Want ’s avonds en in het weekend staan die dure dingen er vooral stof te verzamelen. Waarom niet de revalitaria’s in het weekend en ’s avonds open stellen voor gemotiveerde revalidanten van buiten de centra. Meer mensen kunnen op die manier geholpen worden en de apparaten worden beter gebruikt. Misschien moeten we om dat te bereiken als revalidanten zelf de handen ineenslaan. De productiemiddelen moesten volgens Karl Marx in handen komen van de arbeiders. Misschien moeten de revalidatiemiddelen in handen komen van de revalidanten. Wij zouden de verdeling nog niet zo gek doen, denk ik. Gewoon een revolutionaire revalidanten raad oprichten die dat uitvoert. Natuurlijk moeten we een strijdbare leider hebben. Misschien wil Tanja Nijmeijer er wel voor uit de Colombiaanse jungle komen. Dat schijnt een vechtjas te zijn. Toch heb ik liever Ilse de Lange. Díe is leuk en zingt mooier. Maar een slogan heb ik al. Geïnspireerd door het motto van de Franse revolutie: liberté, egalité, revalidité!

17 november 2010

Dwarsklaas

Eerder gepubliceerd 28-11-2006

6 - Dwarsklaas

Onrustig werd ik wakker want ik droomde net dat Sinterklaas van het dak viel. Zijn schimmel kwam, zoals paarden dat doen, op zijn benen terecht. Met de goedheiligman ging het helaas anders. Hij liep een dwarslaesie op. Toen het gebeurde zal Sint stevig in het zadel en raadpleegde zijn grote boek. Zoals altijd wilde hij er zeker van zijn dat hij de juiste kadootjes in de juiste schoorsteen deed. Hij liet net een prachtige surprise in het rookkanaal zakken toen zijn trouwe viervoeter met één van zijn hoeven weggleed. Met krassende ijzers schoof de schimmel richting dakgoot. Sint kon nog net de rand van de schoorsteen vast pakken. ‘Een ongeluk zit in een klein hoekje,’ dacht hij nog en zag met betraande ogen zijn ros over de dakrand verdwijnen. Dit was hem in zijn hele Sinterklaasbestaan nog nooit overkomen. Hij mompelde zelfs een woord dat we niet van Sinterklaas verwacht hadden. Helaas hield de goede Sint het niet lang vol. Zijn oude vingers gleden weg en met wapperende mantel suisde de goedheiligman naar beneden. ‘Vol verwachting klopt mijn hart,’ zuchtte hij voordat hij met een doffe klap het plaveisel raakte. De Sint werd afgevoerd naar het ziekenhuis. Het nieuws van Sinterklaas met een dwarslaesie ging als een lopend vuurtje rond. ‘Dwarsklaas. Wat moet die ouwe gek nog op een dak,’ durfde een enkeling zelfs te zeggen. Maar de meeste mensen waren bedroefd. ‘Dit is het einde van Sinterklaas,’ klaagde men. ‘Sint in een rolstoel is toch geen Sint meer. Hoe rijdt hij dan paard?’ Anderen vonden dat onzin. ‘Je blijft wat je bent,’ zeiden zij. ‘Een Sint in een rolstoel blijft een Sint en Koos Albers rijdt toch ook weer paard.’ Ik vond het verwarrend maar was blij dat het maar een droom was. Niet vergeten vanavond toch mijn schoen maar te zetten.

13 november 2010

Uitgelopen in de Lokomat

Sneller dan ik zelf zou willen zit het er al weer op. Afgelopen maandag maakte ik mijn laatste wandeling in de Lokomat. Voor de laatste keer de tocht naar Nijmegen, in de parachutistengordel hijsen en dan uit de rolstoel en lopen. Een half uur lang en ondertussen allerlei oefeningen en opdrachten doen. Onderbenen meer optillen, andere spieren spannen, opletten of er nog meer spieren meewerken dan ik zelf gedacht had, en zo meer. Na dat halve uur kon ik behoorlijk merken dat ik iets gedaan had. Ook de spieren van mijn bovenlichaam waren uitgeput. Maar ik hield het beter vol dan toen ik er net aan begon. En ik trok nog wel een keer weer bij. Maandag werd ook gemeten of er iets veranderd is. Spannend! En ja. Ik heb meer spierkracht gekregen, vooral in mijn rechterbeen. Mijn linker is ook meer gaan doen dan in het begin, maar rechts was en is nog steeds duidelijk sterker. Ook heb ik meer controle over spieren gekregen en ben ik mij wat meer bewust van welke spieren er allemaal werken. En daar zijn spieren bij, zoals mijn bilspieren, waarvan ik niet direct verwacht had dat die zich mijn wil zouden laten opleggen. Maar onbewust deden ze toch lekker mee. Wat levert mij dat nu op? Lopen kan ik er (nog) niet mee. Positief blijven natuurlijk. Nu moet ik bekijken hoe ik de verworvenheden kan inzetten. En door andere oefeningen proberen de pas verworven kracht te behouden en het liefst nog verder opbouwen en uitbreiden. Iedereen mag maar twaalf keer in de Lokomat en dat is best kort. Volgens de begeleidend therapeut moeten veranderingen binnen die tijd zichtbaar worden. Dat is bij mij dus het geval. Bij het trainen in de Lokomat ben je zo al een aantal sessie kwijt om overal aan te wennen. Zo ging mijn linker enkel op en bepaald moment opspelen omdat die ineens zwaar belast werd. Dat was pijnlijk en beïnvloedde de training. Trok een aantal sessies laten weer weg. Het goed beheersen van de instellingen van de Lokomat vraagt ook nogal wat van de fysiotherapeut die je begeleidt. Die ‘speelt’ tijdens de training met de instellingen om jouw grenzen en mogelijkheden te verkennen. Eén sessie werd begeleid door een vervanger die het een stuk minder beheerste. Jammer dus want je hebt eigenlijk meer sessies nodig. Zelf ben ik er van overtuigd dat ik op dit moment meer zou kunnen opbouwen door nog een tijdje door te trainen in de Lokomat. De training is vrij intensief en voor iemand met een dwarslaesie zijn er niet zoveel andere mogelijkheden om een dergelijke intensieve training te volgen. Het aantal van twaalf trainingen wordt onder meer beïnvloed door de lange wachtlijst en het feit dat er maar drie van dergelijke apparaten in Nederland staan. En die derde ook nog maar sinds april dit jaar. Over ongeveer een half jaar mag ik het opnieuw aanvragen. Intussen moet ik op een andere manier trainen en daarbij heb ik advies gekregen van de fysiotherapeut. Maar voorlopig ben ik helaas even uitgelopen in de Lokomat.

06 november 2010

Vastbijten

Column - Clint Eastwood doet het als Dirty Harry, Dalziel doet het in Dalziel and Pascoe, inspector Frost doet het en zelfs onze Duitse ‘bulle’ Schimanksi doet het. Ze bijten zich vast als ze eenmaal een verdachte hebben waarvan ze aan hun theewater voelen die ie niet deugt. Niemand gelooft hen, maar zij weten beter. Ze gaan door ruiten en riemen om de schurk te pakken te krijgen. Vastbijten wordt in detectives zeer gewaardeerd. En het levert vaak mooie verhalen op. Doorbijten wordt meestal ook als positieve eigenschap gezien. Behalve bij de tandarts. Die zal doorbijten op bepaalde momenten niet erg waarderen. Als je een handicap hebt wordt vastbijten ineens anders gezien. Ik lag nog maar net in het ziekenhuis met mijn dwarslaesie, toen mij te verstaan werd gegeven dat ik maar snel moest stoppen met mij te concentreren op beweging krijgen in mijn benen. Onlangs hoorde ik via-via iets over een fysiotherapeut bij de revalitaria waar ik acht maanden verbleef. Hij had zich laatdunkend uitgelaten over mijn inzet en mijn training op de Lokomat. ‘Ik moet me niet zo vastbijten,’ vond hij. Dat mag dus niet. Naast mijn momenteel zelf ter hand genomen revalidatie, heb ik ook nog een leven en werk ik of doe leuke of onzinnige dingen. Anders hou je het niet vol. Daarnaast ben ik serieus en gemotiveerd bezig met revalidatie en de nieuwste ontwikkelingen daarin te volgen. Wordt dus ‘vastbijten’ genoemd en door een aantal artsen en therapeuten als negatief gezien. Net als Dirty Harry, Dalziel en Schimanski voel ik aan mijn theewater dat ik de goede dingen doe. En dat ik die móet doen. Voor vooruitgang maar ook al om vast te houden wat ik nu heb. Dergelijke therapeuten hebben eigenlijk geen idee hoe de mensen in elkaar zitten waarmee en waarvóór ze werken. Ik zou ze zeker geen rol aanbieden in de film van mijn eigen leven.

21 oktober 2010

Lekker doorlopen

Column - Zeven keer heb ik nu getraind in de Lokomat. Dat betekent dat ik nog vijf keer mag. Dan is het subiet afgelopen. Mag ik niet meer. Althans voorlopig. Na afloop van de trainingsperiode, die voor iedereen overigens maximaal twaalf keer is, gaan we evalueren, spierkracht meten en dergelijk en bekijken welke vervolgtherapie voor mij eventueel het meest geschikt zou zijn. En na een tijdje zou dat zeker nog een keer een ‘opfristraining’ in de Lokomat kunnen zijn. Het voelt ontzettend goed om te Lokomatten. Rechtop staan en ook nog lopen. Dat willen we toch allemaal. Dus alleen mentaal krijg je daar al een enorme opkikker van. Het apparaat zorgt er voor dat ik kan lopen. Dat gaat als volgt. In mijn rolstoel krijg ik een soort parachutistengordel om. Daarmee wordt ik in het apparaat getild. Dan krijg ik allerlei mechanieken om mijn boven- en onderbenen en speciale dingen om mijn voeten. De mechanieken staan ook bol van de sensoren die meten wat ik zelf doe. Tenslotte een band om mijn middel. Ik wordt vastgepakt door een reus, zo lijkt het wel. King Kong heeft mij vast in zijn grote knuist en zet mij heel voorzichtig op mijn voeten. Dan laat King Kong mij lopen en ook als ik niks doe, maak ik loopbewegingen. Maar dat is niet de bedoeling. Ik moet het zelf doen en dat steeds meer. De begeleidende fysiotherapeut geeft de Lokomat opdracht hoeveel hij mij op moet tillen en hoeveel deze King Kong mij bij het lopen moet ondersteunen. En die ondersteuning wordt steeds minder. Tijdens het lopen geven grafieken op de beeldschermen aan hoe mijn eigen inspanningen er uit zien. Doe ik het goed, dan gaan de pijltjes omhoog. Doe ik het verkeerd, dan omlaag. Beweging van mijn heup, bovenbeen, onderbeen en voet, het wordt allemaal afzonderlijk gemeten en weergegeven. En dan is lopen eerst moeilijk. Hoe meer ik mijn best doe en hoe meer ik er over nadenk, hoe meer de pijltjes omlaag gaan. Balen! ‘Dat kan niet,’ denk ik. Dan gaan de pijltjes ineens omhoog. ‘Die ging goed, wat deed je?’ vraagt de fysio meteen. Ik weet het niet precies. Ging bijna automatisch. Dat moet ik weer opzoeken. Dus, lopen, voelen, corrigeren, voelen en vooral: blijven lopen. Even niet naar de schermen kijken en niet naar de spiegel. Gewoon lopen en voelen, zelfs de ogen even dicht. En dan gaat het iedere keer beter. Ik kom in mijn ritme. De ondersteuning van King Kong is al een stuk minder dan de eerste keren. Ook weeg ik al veel meer dan een aantal keren terug. Ik kan dus meer dragen. Vooral met rechts. Nu kan ik al veertig kilo wegen. Dat was eerst een heel stuk minder. De fysio laat me even voelen hoe King Kong in het begin stond afgesteld. Ik wordt duidelijk veel meer opgetild en voel me haast zweven. ‘Walking om the moon,’ lijkt het wel. ‘Eitje, doe maar weer naar veertig kilo,’ roep ik enthousiast. Veel te snel zijn de ruim dertig minuten om. Ik mocht eigenlijk maar vijfentwintig. King Kong stopt en dan merk ik dat ik best moe ben. Even naar de koffie en dan terug naar Hengelo. Een paar dagen en dan mag ik weer. Dan kan ik lekker doorlopen.

13 oktober 2010

Lekker Lopen

Column - ‘Probeer je voet actief op te tillen en naar voren te zwaaien,’ krijg ik te horen. Ik loop en het klamme zweet breekt mij uit. Mijn rechterbeen gaat naar voren, mijn voet raakt de loopband en ik maak een pas naar voren. Mijn linkerbeen volgt, dan weer rechts, dan weer links, dan weer rechts. Voor het eerst in vier jaar loop ik weer de benen uit mijn lijf. Ik loop niet helemaal zelf want ik sta namelijk in de Lokomat. Een ingenieus trainingsapparaat om weer te leren lopen. Hij komt uit Zwitserland en er staan er sinds dit jaar drie van in Nederland. Die ‘van mij’ staat bij de St. Maartenskliniek in Nijmegen. Twee keer per week train ik daar nu. En dat zes weken lang. Begin dit jaar vroeg ik informatie op en tijdens de hittegolf in juni had ik een onderzoek en intakegesprek. Ik mocht komen, was de conclusie. Niemand kan van te voren zeggen wat de training mij zal brengen. Van wat staan en therapeutisch kleine stukjes lopen tot helemaal niks. Het kan allemaal. Erg spannend dus hoe ik er over een paar weken bij zit. Het is nogal een opgave en ik hoef het niet te doen. Dus waarom zou ik. Maar als ik het nu niet probeer dan hoeft het later echt niet meer. Christopher Reeve (Superman) zei in zijn boek al dat mensen met een dwarslaesie zo snel mogelijk weer in beweging moeten komen. De functie van het lopen zit vooral in het vegetatieve geheugen. Dat gaat bijna automatisch. Nu moet ik er al veel meer over nadenken. En dat is moeilijker. Daarbij moet ik nu ook ontdekken welke spieren ik wel of niet kan aansturen. Ik merk wel dat er nu van alles gebeurt in mijn lichaam. Over een paar weken weet ik meer. En in tussentijd blijf ik lekker zweten en lekker lopen.

Topsport

Eerder gepubliceerd 14-11-2006

4 - Topsport

Lopen is op zich een vrij aardige bezigheid. Gewoon de ene voet voor de andere en dan gaat het haast vanzelf. Het is gezond en je komt nog ergens. Sommige mensen slenteren, maar die komen ook ergens. Vaak in een aangenaam tempo waarbij ze onderweg ook nog wat zien of mee maken. De reis is dan net zo belangrijk als het doel. Wanneer je hard loopt kun je sporter worden en wanneer je erg hard kunt lopen, maak je een dikke kans om topsporter te worden. Topsporters lopen nergens naar toe. Ze lopen meestal in rondjes en ze moeten veel trainen om dat te kunnen. Topsporters doen ook mee aan wedstrijden zoals de Olympische Spelen. Wanneer je niet kunt lopen, dan mag je daar niet aan meedoen. Momenteel loop ik niet meer maar gebruik een rolstoel. Met mijn armen draai ik aan de hoepels van de wielen en beweeg me zo vooruit. Armen zijn daar niet voor gemaakt en mijn armen al helemaal niet. Het is primitief en valt zwaar. ‘Topsport’ volgens mijn revalidatiearts uit het ziekenhuis. Zelf had ik nooit de bedoeling sporter te worden. Laat staan topsporter. Ik liep graag maar dan wel in mijn eigen tempo. Ongeveer tien procent van de Nederlandse bevolking heeft een handicap. Een groot deel daarvan gebruikt een rolstoel. Ze bewegen zich er mee rond in huis, gaan er mee naar de supermarkt op de hoek of winkelen er mee in het stadserf. Voor rolstoelrijden heb je beide handen nodig. Je kunt niet onder het rijden de maat van de muziek op het stuur meetikken of met een vinger in je oor pulken. Rolstoelrijden kost ook relatief veel kracht. Maar rolstoelrijders hebben over het algemeen geen andere keus. Volgens mijn revalidatiearts allemaal topsporters. Zonder het te weten telt ons land dus een groot aantal gedwongen topsporters.

03 oktober 2010

Klapband


Column   - ‘Klapband!’ schreeuwde ze. Ik voelde meteen het stuur trekken en de bus begon als een gek te slingeren. Naar rechts ging de bus. Naar links sturen. Weer naar rechts. Weer naar links sturen. Tegensturen en volhouden. Vooral niet bovenop de rem en andere plotselinge dingen doen. Ik had al bijna dertig jaar auto gereden en dat soort zaken zat diep in mij. Had ik niet een aantal keren ’s winters in de Tsjechische bergen gereden? En Zwitserland met sneeuw en het Sauerland met sneeuw. Dan moet ik een klapband toch wel aankunnen. Mooi niet. Na vier keer rechttrekken glipte mijn anders trouwe bus onder mijn handen vandaan. Zomaar ineens koerste hij naar rechts. Naar de vangrail! ‘Dit was het. Het is gebeurd,’ flitste er bliksemssnel door mijn hoofd. ‘Beng!’ ‘Klabang!’ ‘Airbag,’ dacht ik  nog. ‘En nu gaan we over de kop,’ kwam daarna. Maar niks. We stonden stil en ik leefde nog. Beduusd keek ik opzij naar C. mijn passagiere. Zij, ook in rolstoel, leek niks te hebben maar barstte emotioneel uit. Ik kende haar uit het revalidatiecentrum en samen waren we op weg naar de grote aanpasbeurs de Support in Utrecht. We reden op de A1 vlak voor Apeldoorn. Twee rijbanen hadden we gekruist zonder andere auto’s te raken. En dat in de nasleep van de spits. Wat een grotere ravage had het kunnen worden. We hadden allebei hartstikke dood kunnen zijn. Auto’s stoppen. Onze portieren worden opengerukt en hulpvaardige blikken kijken ons aan. Fijn gevoel. Na de eerste verbazing van de omstanders over twee rolstoelers zelfstandig onderweg in een auto, worden we geholpen. Een motoragent stopt, kort daarna een ambulance, een politieauto, een auto van Rijkswaterstaat. C. heeft pijn en gaat voor de zekerheid naar het ziekenhuis voor foto’s. Ik zoek haar later die ochtend op. ‘We hebben nu wel een speciale band,’ dacht ik bij mezelf. ‘Een echte klapband.’

25 september 2010

Met looptafel vooruit


Ook voor als je een spierziekte hebt zijn er allerlei apparaten die je helpen te staan. Naar aanleiding van het verhaal in dagblad Tubantia over de Struzzo mobiele stavoorziening, zie tussen mijn oude berichten, stuurde Herman Koopman mij deze foto's over zijn Topro Taurus looptafel. Henk heeft een spierziekte en trainde ook op de Lokomat in Nijmegen. Dat hielp hem zover vooruit dat hij nu thuis met deze looptafel vooruit kan.

19 september 2010

TopGear in de polder

In maart heb ik met mijn aangepaste VW bus een anti-slip cursus gevolgd op het circuit in Rosmalen. Na een uur theorie en instructie, met de auto de baan op. TopGear in de polder en ik voelde me een beetje de Stig. Maar dan zonder helm. Je leert er niet alleen een heleboel, maar het is ook nog gewoon leuk. Waar kun je anders lekker slippen, raggen en lachen. BMTV uit Hengelo maakte er dit filmpje over.

18 september 2010

Wereld

Eerder gepubliceerd 02-12-2008

111 - Wereld

Donker ronkt de twee-en-een-half liter dieselmotor in het vooronder. Met ruim honderdtwintig suizen we in een Volkswagen Transporter over de A1. Meestal op de linkerbaan vanwege het vrachtverkeer. Soms even naar rechts. Tot de volgende rij kolossen opduikt en we weer naar links moeten om de eigen snelheid vast te houden. Ik zit zelf achter het stuur. Sinds mijn rijles afgelopen zomer weer de eerste keer dat ik zelfstandig rij. Dat voelt goed. Heel erg goed. En na een kwartiertje ook al weer heel vertrouwd. Ook mijn passagiere die ik voor de zekerheid mee gevraagd heb, vind het heel goed gaan. Ik zwier door het verkeer alsof er de afgelopen jaren niks gebeurd is. Alleen rusten mijn benen nu stil voor de bestuurdersstoel. Gas geven en remmen doe ik met mijn linkerhand via een ingenieus systeem. En ik kom de bus binnen via de achterdeuren met een lift. Ik rij naar voren en schuif dan over op de bestuurdersstoel. Een lekker hoge zit vanwege de bus waardoor ik ver vooruit kan kijken. Dat vind ik eigenlijk erg prettig. Ik kom terug van het specialistische bedrijf achter Utrecht dat mijn bus heeft aangepast. Het was al een aangepaste auto met precies die voorzieningen die ik nodig heb. Alleen gebruikte de vorige eigenaresse die met haar rechterhand. Voor mij is het systeem nu omgezet naar links. En verder nog wat kleine zaken om de bediening en de zit achter het stuur voor mij geschikt te maken. Ik kan weer zelf rijden en dat betekent veel voor mijn gevoel van vrijheid  en onafhankelijkheid. Nadat ik thuiskwam gaf mijn handbike mij een soortgelijk gevoel. Daarmee kan ik in mijn rolstoel opschieten en zelf ergens komen. Nu kan ik met mijn bus grotere afstanden afleggen. Misschien wel op vakantie gaan. Ik krijg weer het gevoel dat de wereld voor mij open ligt.

16 september 2010

Videodagboek op mijn YouTube kanaal

BMTV uit Hengelo volgt mij regelmatig met de camera. Vorig jaar werd dit videodagboek op tv uitgezonden in het programma Onze Wereld. De afleveringen zijn nu ook te zien op mijn YouTube kanaal: Jan Beerling @ YouTube.

Reageren kan via 'reacties' of per e-mail.

15 september 2010

Toos staat in de golfcar

'Natuurlijk heb ik geen golf handicap meer, maar ik ben in ieder geval in beweging,' dat schrijft Toos de Leeuw uit Delden naar aanleiding van het verhaal over de Struzzo stavoorziening in de Tubantia. Het verhaal leverde veel reacties op. Toos de Leeuw heeft ook een dwarslaesie en revalideerde tegelijkertijd met mij in het Enschedese Roessingh. Zij stuurde een foto mee van haar golfcar. Die heeft ze nu twee jaar. Wekelijks volgt ze een uur lang les en vindt het erg leuk. Zo zijn er toch allerlei voorzieningen waarmee mensen met een dwarslaesie op de één of andere manier kunnen staan. Reageren? Dat kan via 'reacties' of stuur een  e-mail.

14 september 2010

Ik 'stond' in de krant

'Stond u niet in de krant?' zo sprak een vrouw mij in de supermarkt aan. Inderdaad stond ik afgelopen vrijdag letterlijk in de krant. Dagblad Tubantia heeft mij geïnterviewd over mijn ervaringen met de Struzzo mobiele statafel die ik op proef thuis had en mijn naderende trainingen op de Lokomat bij de St. Maartenskliniek in Nijmegen. Tubantia had er een grote foto bij geplaatst waarop ik stond in de Sruzzo stavoorziening. Ik 'stond' dus letterlijk in de krant. De kop was even wennen: 'In de voetsporen van Superman.' Oeps, ik heb o.a. het boek van Christopher Reeve gelezen en dan voel ik me bij die man toch echt heel klein. Het hele verhaal van Tubantia is op blz. 12 en 13 te lezen via deze link.

07 september 2010

Staan in het stacafe



Column - In Duitsland weten ze hoe het hoort. Daar heb je echte stacafe’s. Ein Stehcafe, heet dat op mooi Duits. Iedereen staat daar. En iedereen staat aan statafels. Een kop koffie of een grote pul Duits bier. Staan zul je, tot je er bij neervalt. In de revalitaria stond ik twee keer per week in de statafel. Want regelmatig staan is goed, wanneer je een dwarslaesie hebt. Mijn botten moeten een keer weer doen waar ze voor gemaakt zijn: namelijk stevigheid geven. Mijn hart moet weer flink tekeer gaan om mijn bloed ook weer in mijn benen tegen de zwaartekracht in te pompen. Tevens is staan goed voor mijn ingewanden want als je veel zit komt dat allemaal toch een beetje in de verdrukking. Staan haalt de knoop er dan weer uit, zeg maar. F. de assistent fysiotherapeut die mij in de statafel hielp, maakte er meestal een klein feestje van. ‘Koffie?’ vroeg hij wanneer ik weer rechtop stond. Dat was vaak met iemand samen in de andere statafel en dat werd altijd gezellig. F. is ook nog muzikant. Soms nam hij zijn gitaar mee en speelde een deuntje. Als er iemand lol in zijn werk had, dan was het F. wel. En wij met hem mee. Ik keek er altijd naar uit. Maar met mijn wielstoel naar een Stehcafe is toch anders. Vanuit mijn bevoorrechte positie heb ik wel het mooiste uitzicht op de dames, maar ik zie dat toch liever vanuit ooghoogte. En mijn bier staat te hoog in een Stehcafe. Maar in Brussel ontdekte ik het ideale stacafe. ‘L’ Homo Erectus’ heet het. Oftewel: ‘de rechtop gaande mens’ in goed Nederlands. Mensen gaan daar weer lopen! Kijk maar naar het plaatje op de ruit. Eén klant heeft zelfs zijn rolstoel niet meer nodig. Hij staat nu weer rechtop en drinkt zijn bier tot hij er bij omvalt.

02 september 2010

Zie mij weer zitten

Helaas is de Struzzo weer opgehaald. Nu moet ik weer een tijdje zitten. De testperiode is veel te vlug voorbij en ik heb de instructeurs van LevareCura verteld wat ik er van vind. Enkele punten voor verbetering en aanpassen aan mijn situatie. Zoals iets meer zijwaartse steun als ik rechtop sta. Maar dat kan allemaal. Ik heb iedere dag gestaan, heb zelfs een beetje spierpijn in mijn buikspieren nu. Ben er mijn hele huis mee doorgeweest. En afgelopen vrijdag heb ik een fotosessie georganiseerd in mijn fotostudio. Voor het eerst weer staand foto's gemaakt! Dat was lang geleden. Ik had zelf een geïmproviseerde aanpassing gemaakt waardoor ik op de juiste hoogte mijn camera kon ondersteunen. Gewoon een extra plankje met tape vastgemaakt. De instructeurs waren zeer geïnteresseerd. Een fotograaf en journalist van Dagblad Tubantia zijn geweest en gaan er aandacht aan besteden.

31 augustus 2010

Staan met de Struzzo

Blij ben ik want ik sta voor het eerst sinds lange tijd weer rechtop. Ik sta in de Struzzo Plus. Een soort statafel met wieltjes en een elektromotor. Ik kan er zelf vanuit mijn rolstoel in komen en mij rechtop zetten. Vanuit mijn rolstoel schuif ik op een soort zitje dat met een arm aan het apparaat vast zit. Wanneer ik op de knop druk gaat de zuil langzaam omhoog om mij in stahouding te zetten. De arm met het zitje schuift langzaam mee en ondersteunt mij in stahouding van achteren. Met een joystick bedien ik het motortje en kan ik me binnenshuis verplaatsen. Een prachtig apparaat! Het huis waarin ik vorig jaar ben komen te wonen heb ik nooit vanaf stahoogte kunnen bekijken. Pas na mijn ongeluk en revalidatie ben ik hier namelijk heen verhuisd. Ik kwam een oproep tegen van LevareCura, de importeur en leverancier van de Italiaanse Struzzo. Ze zochten mensen om het ingenieuze ding uit te testen. Een paar dagen later had ik hem al in huis, inclusief twee instructeurs. Tot volle tevredenheid heb ik hem uitgeprobeerd. Morgen komen ze hem helaas weer ophalen. Als fotograaf is de Struzzo voor mij ook zeer bruikbaar bij mijn werk in mijn fotostudio. Ik ga hem aanvragen. Aan veel mensen heb ik het al doorgegeven. Zelf geïnteresseerd? Ze brengen hem thuis. Neem dan contact op met LevareCura in Nunspeet, zie de link: Levarecura

Rode pil

Eerder gepubliceerd 31-10-2006


2 - Rode pil.

Het is mooi weer en ik loop op straat. Ik ken de straat niet en ik vraag me af waar ik precies ben. Dit stuk van Hengelo is mij onbekend. Het is rustig in de straat en er is bijna niemand te zien. Langzamerhand word ik mij bewust van een man in een rolstoel achter mij. Hij blijft gelijk met mij op gaan maar ik ken hem niet. Ik versnel mijn pas. De man in de rolstoel blijft op dezelfde afstand.

Ik begin te rennen maar de rolstoeler blijft mij moeiteloos bijhouden. Samen vliegen we over straat. Dan een kruising. Mijn redding. Dwars door het rode voetgangerslicht heen snel ik naar de overkant. Tot mijn verbazing blijft de onbekende rolstoeler onafscheidelijk aan mijn zijde kleven. Plotseling een grote schok. Met open ogen lig ik in een ziekenhuisbed. Klaarwakker en ik heb het blijkbaar gedroomd. Ik wilde mij omdraaien maar mijn benen draaiden niet mee. Dwarslaesie, schemert er door mijn nu wakkere geest. In mijn slaap even vergeten. Het zit blijkbaar nog niet in mijn onderbewuste.

Met één klap ben ik weer in de werkelijkheid. Het lijkt wel op het ontwaken van Neo in de film de Matrix na het slikken van de blauwe pil. Met een rode was hij in de Matrix gebleven. Nu komt hij ineens uit zijn gefingeerde wereld in de harde werkelijkheid terecht. Regelmatig gaat hij terug de Matrix in. Soms alleen, soms met zijn companen en soms met de bevallige Trinity. Heb je in de Matrix iets nodig of moet je iets kunnen, dan wordt er even een programaatje gestuurd. Geen probleem. Ik wil ook de Matrix in. Ik wil een rode pil. Ik wil duizend rode pillen!

Jan Beerling

Eerste column: gered

Eerder gepubliceerd 24-10-2006

1 - Gered

Rond twee uur word ik wakker. Ik moet plassen, net als iedere nacht. Duidelijke zaak. Bril op, onderbroek aan, bed uit en de trap af naar de wc beneden. Eerst de overloop. Die is donker. Donker laten want ik wil niet te wakker worden. Straks lekker verder slapen. Naar de trap. Eerst de bovenste tree, dan de volgende en dan weer de volgende tot ik de deur naar de woonkamer voel. Niks aan. Ik zet mijn voet op de bovenste tree. Plotselinge paniek. Er is geen bovenste tree! Mijn voet maait door pure lucht en mijn linkerhand graait tevergeefs naar de leuning.

Plotseling lig ik onder aan de trap. Hoe lig ik in vredesnaam en waar zijn mijn benen? Ik zit helemaal klem. Rug tegen de muur, kin op de borst gedrukt, mijn linkerarm vastgeklemd tussen mijn lichaam en de kamerdeur. Alleen mijn rechterarm is vrij. Ik zoek mijn benen. Ze liggen boven mij, gestrekt langs de trapspijl. Maar ik kom niet los. Wat ik ook doe. Dan voel ik het leven uit mijn benen verdwijnen. Ze lopen als het ware leeg. Dit is niet goed!

Hulp moet ik hebben. Ik begin te roepen. Door mijn houding klinkt mijn stem gedempt. Horen mijn buren dit wel? Met mijn rechterarm mep ik tegen de tussenmuur naar mijn buren. Tijd verstrijkt maar geen reactie. Hoe lang lig ik hier nu al? Ik begin bang te worden. In de ochtend moeten ze me toch horen?

Boven hoor ik mijn wekkerradio. Het moet kwart over zeven zijn. Bij mijn buren hoor ik gestommel. Met nieuwe energie klop ik en roep. Na een tijdje nog niks. Mijn geliefde komt pas morgenavond. Moet ik nog een volle dag, een nacht en nog een dag zo blijven liggen? Houd mijn lichaam dit vol? Straks ga ik dood. Ga ik hier heel lullig dood!

Ik was wat weggezakt maar hoor ineens de deurbel. Schreeuwen! Kloppen! Geen reactie. Even later haastige voetstappen om het huis. Geroep over de schutting. Ik roep terug. Dan gekraak. De schuttingpoort wordt ingetrapt. Vanachter de gesloten buitendeur verstaat mijn buurman mij nu. Geschrokken belt hij 112. Even later ben ik gered. Hoewel gered? ‘Lijkt een gebroken nek,’ sombert de ambulancezuster naast mij.

Jan Beerling