07 december 2012

Make my day

© Foto Jan Beerling
Column - Ik rij met mijn handbike naar het gemeentelijke zorgloket. Het is een mooie dag. De zon schijnt. ‘Eerst mijn voorziening ophalen’, dacht ik. Een nieuwe wet gaat de zelfstandigheid van gehandicapten vergroten. Conflictsituaties moet je nu zelf oplossen. Iedere gehandicapte krijgt in het kader van de Wet op Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) een bijpassende voorziening. Gehandicapten mogen nu een vuurwapen dragen om voor hun recht op te komen. Ik kon kiezen uit “Zorg in Natura”. Dan krijg ik een wapen uit de gemeentelijke collectie. Of voor “Persoons Gebonden Schiet Budget”. (PGSB). Dan krijg ik geld om daarmee zelf iets aan te schaffen. Ik kies voor de fraaie Heckler & Koch MP7A1 uit de gemeentelijke collectie. Een klein machinepistool, past in de rolstoel en een vuursnelheid van 950 kogels per minuut. Leek me afdoende. Het was druk bij het Zorgloket. P. rijdt net weg met haar scootmobiel. Ze zwaait met haar nieuwe galante Beretta Compact met parelmoer ingelegde kolf. Staat haar goed. F. heeft een Beretta Super Compact gekozen. ‘Spierziekte’, verklaart hij. ‘Deze kan ik tenminste hanteren’. Ik krijg mijn voorziening en teken de bruikleenovereenkomst. ‘Welk conflict eerst’,  vroeg ik me af. Mijn ziektekostenverzekeraar die mijn fysiotherapeut voor de tweede keer niet betaalde omdat dit alleen voor chronische zaken zou zijn. ‘Wat dacht u van een dwarslaesie?’ vroeg ik daarop. Ook dacht ik aan de hufter die mij in mijn handbike bijna platreed bij een wegversmalling waar ik voorrang had. Of de ondoordringbare callcentra van de hulpmiddelenmaffia van een tijdje geleden. Dat schijnt nu veranderd te zijn. Toch maar beginnen bij de urgentiecommissie voor de verdeling van aangepaste woningen? Vorig jaar hadden ze mijn lopende inschrijving zoekgemaakt. Daarna opnieuw via internet ingeschreven. ‘Niet bekend’,  hoorde ik afgelopen week telefonisch. Gesterkt door mijn nieuwe voorziening en nu met een papieren inschrijfformulier, ga ik op bezoek. Jongens ‘make my day!’

25 november 2012

Bestuurder

De Dodge Challenger uit Vanishing Point

Autofilm bij uitstek is de cultklassieker Vanishing Point van regisseur Richard Sarafian uit 1971. Held is Kowalski, gespeeld door Barry Newman, die met een Dodge Challenger supercharcher van Denver naar San Fransisco rijdt. Kowalski is gedecoreerd Viëtnamveteraan die nu de kost verdient door auto’s voor anderen te vervoeren. Hij leeft zo´n beetje op speed en wil alleen maar rijden om te vergeten. De hele film is bijna één lange autorit en staat voor het vooral Amerikaanse vrijheidsgevoel dat een auto geeft. Kowalski rijdt en de rest van de wereld jaagt hem. De politie in allerlei staten zit achter hem aan en soms wordt hij lastig gevallen door een mafkees die zich met hem en zijn auto wil meten. In Europa zou je zo´n film niet kunnen maken denk ik. Veel te vol. Veel te weinig ruimte en teveel auto´s voor de ellenlange, superspannende achtervolgingen. Toch is voor ons de auto ook symbool voor vrijheid. Voor mij in ieder geval wel. Ondanks de file´s. Ik bepaal dan zelf waar ik in de file ga staan. Voor een autorit hoef ik niet naar een station. Ik stap voor mijn deur in. En met vakanties hield ik lange trektochten door Europa. Tent en alle spullen achter in. Ik reed altijd grote stations die ook nog snel konden. En ik hield er van. Lekker lang dwalen over al die wegen. Rijden vond ik leuk en vind ik nog steeds erg leuk. Mijn rijproef heb ik in 2008 al gedaan. Met bepaalde aanpassingen mag ik autorijden. En ik heb een auto. Een tweedehandsje met aanpassingen. Een bus met lift. Kan ik met rolstoel achter binnenrijden. Daar schuif ik over op de bestuurdersstoel en weg. In een auto zie ik er niet uit als gehandicapt. Achter een autostuur zijn we allemaal gelijk. Dan zijn we allemaal bestuurder.

31 augustus 2012

The making of 'Toffe Theo'

© Foto Jan Beerling

Column - 'Gaat het wel helemaal goed met die Beerling?' vroeg de verpleging in de revalitaria waar ik op dat moment revalideerde zich af. Dat hoorde ik pas later overigens. Twee jaar lang schreef ik wekelijks columns over mijn dwarslaesie. Uitgeverij Wegener publiceerde die in huis-aan-huisbladen in Hengelo en Almelo. Wegener was indertijd één van mijn vaste opdrachtgevers. Na bekomen te zijn van mijn melding van mijn rampzalig ongeluk en dwarslaesie, was mijn redacteur journalist genoeg om mij te vragen columns over mijn ervaringen en gevoelens te schrijven. Dat viel mij eerst nogal koud op het dak. Na een bedenktijd besloot ik het te doen. Ik was met mijn vak bezig en het er over schrijven kon mij helpen bij het verwerken. En dat heeft het zeker gedaan. Ik schreef over mijn gevoelens, fantasieën, anekdotes en wat al niet meer. Ik verbleef intussen in de revalitaria, zoals ik het centrum gekscherend noemde. Die naam nam niet iedereen mij trouwens in dank af. 's Avonds en in de weekeinden hadden de lange verlaten gangen iets naargeestigs en desolaats. Intussen had ik al verschillende columns geschreven en ik vroeg mij af of ik niet iets spannends kon laten gebeuren tegen deze achtergrond. Het was hard werken daar met de hele dag door een pittig programma om te revalideren. En ellende genoeg om mij heen en met mijzelf natuurlijk. Nee, spannend moest het even worden. Een gangsterverhaal met dreiging en afrekening. Dat werd de column 'Toffe Theo,' in de stijl van een hard boiled detective, waarbij ik me een beetje heb laten inspireren door de boeken van Gouden Strop winnaar Peter de Zwaan. Het was vooral mijn laatste zin over het rondspattend bloed die de verpleging aan het twijfelen bracht. Maar gelukkig was ik me daar op dat moment in het geheel niet van bewust.



Toffe Theo
 (Gepubliceerd 27-02-2007)

Naast mij klonk een doffe klap en een diepe grom. Ik keek en zag schele Henkie met zijn hele tronie onder het bloed. Hij duizelde op zijn benen en spuugde een losse tand uit. Een van zijn krukken lag op de grond. Lepe Eddie had hem vol in zijn gezicht geraakt. Eddie wierp mij een dreigende blik toe en loerde spiedend de fysio oefenzaal rond. Niemand had zijn snelle actie opgemerkt. ‘Hé peut’, riep hij grijnzend naar een fysiotherapeut, ‘raap Henkie effe op. Hij sloeg zomaar met zijn smoel tegen de vloer’. Het liep niet lekker tussen Henkie en Eddie. Henkie had het gewaagd in het eetzaalgebied van Eddie  te gaan zitten. De jongens van Eddie deden niks onder de ogen van de restaurantmedewerkers. Maar de kiem voor bendeoorlog was gelegd. Henkie had intussen ook wat knapen om zich heen verzameld en enkele tafels veroverd. Iedereen voelde de dreiging en bleef uit de buurt. In het hele centrum was de sfeer veranderd. ’s Avonds kon je maar beter niet in de lange verlaten gangen komen. Dat was gang-land waar de mannen van Eddie en Henkie vanuit hun rolstoelen om de heerschappij vochten. De revalidatieartsen hadden geen idee van wat er zich buiten hun spreekkamers afspeelde. Ik bleef er buiten. Tot ze toffe Theo vonden. Te laat geremd voor een blinde muur, zeiden ze, maar iedereen wist beter. Lepe Eddie had hem met zijn rolstoel geplet in de achterste gang. Die avond haalde ik de Walther P38 uit mijn nachtkastje. Met het oude vertrouwde wapen diep in mijn rolstoelkussen weggedrukt dook ik in een donkere hoek van de achterste gang. Toen Eddie passeerde floot ik. Hij stopte en draaide zijn rolstoel verbaasd om. Ik richtte, kromde mijn wijsvinger en haalde de aangepaste trekker drie keer over. Eddies bloed spatte tegen de muur. Hij had toffe Theo met rust moeten laten.

16 juli 2012

Vandaag staking

Ironside (Raymond Burr)

Column - ‘Bewaar dit’, ik hoorde het amper maar plotseling ligt er een knalroze usb stick in mijn schoot. Een mooie vrouw met lang donker haar loopt haastig weg. ‘Wat is dit?’, dacht ik en ga snel achter haar aan. ‘Je hebt iets verloren!’ roep ik, ondertussen vaart makend. Ze snelt de hoek van de winkelstraat om. Ik er achteraan. Sterk remmend en op één wiel overhellend de volgende drukke straat in. ‘kijk uit je doppen’, schreeuwt een man wiens boodschappentas ik uit de handen rij. ‘Sorry!’, roep ik over mijn schouder. Ik moet verder en weten wat er aan de hand is. De vrouw speelt het op haar hakken klaar een voorsprong op mijn wielstoel te krijgen. Ik zie haar niet meer maar plotseling staat er een blinde man met forse buik voor mij. Met zijn blindenstok wijst hij en kijkt me aan. ‘Daar rende ze heen’,  zegt hij. Ik die kant uit. Uit de volgende zijstraat stormt Schimanski en dendert voor mij uit. Onbehouwen loopt hij de oude Baantjer omver die net op zijn hurken een spoor zit te bekijken. Verstoord staat hij weer op terwijl inspector Frost mopperend het stof van zijn jas slaat. Ik snap er niks meer van. Waar ben ik? Maar ik scheur door en zal weten wat ik met die usb stick moet. Even wordt ik afgeleid door Tila Tequila die voor de etalage van een modezaak staat te kijken. Verder moet ik. Ineens vóel ik dat ik wordt gevolgd. Ja hoor! Peter de Vries verstopt zich met een verborgen cameraploeg achter mijn wielstoel. Tjonge, dit moet zeker belangrijk zijn. Dan zie ik de vrouw weer. Ze duikt een taxi in. Er staat net een rolstoeltaxi klaar. Met de lift ben ik zo binnen. ‘Volg die taxi’,  roep ik. De chauffeur draait zich om. Het is Ironside. ‘Mooi niet’, bromt hij. ‘Vandaag staking’.

10 juli 2012

Zit!


Zo´n acht weken ben ik nu al bezig om een voor mijn rug geschikte rolstoelleuning te vinden. Op dit moment heb ik de Tarta rugleuning in mijn stoel en ik moet zeggen: hij begint nu lekker te zitten. Ik ben de spierpijnen van de nieuwe zithouding voorbij. Verschillende keren is de leuning bijgesteld en langzamerhand vond ik mijn zit. Als een soort externe ruggengraat houdt deze rugleuning van Italiaanse afkomst, mijn bovenlichaam overeind. Steunt mij waar het moet en laat mij bewegen waar het kan. Ik ben tevreden. Vooral ook omdat dit geen eindstand is waarin ik moet blijven zitten. De leuning kan bijna eindeloos worden bijgesteld en worden aangepast. Verandert mijn zithouding, dan kan mijn Tarta mee veranderen. Afgelopen donderdag merkte ik nog even wat deze wonderlijke leuning kan. Auw! Ik had een consult bij een zeer deskundige ergotherapeute in de revalitaria. Zelf vond ik dat ik heel redelijk zat. Al heel anders en mooier rechtop dan in mijn oude zit. Maar dat kon nog beter, volgens de ergotherapeute. Samen met de leverancier werd de stoel bijgesteld en bijgesteld. En, eerlijk is eerlijk, sinds mijn dwarslaesie had ik nog nooit zo mooi in mijn stoel gezeten. Goed voor mijn lichaam en het oog wil ook wat. Met zo'n houding scoor je tenminste nog een beetje. Maar, oei, ai, auw! Deze houding gaat niet vanzelf. De rugleuning steunt goed maar mijn lichaam kan deze extreme overgang niet aan. 'Probeer het even,' werd gezegd. Thuis voelde ik de krachten die er op mijn lichaam werden uitgeoefend. Ook de volgende dag voelde het nog heftig aan. Dit gaat weer een tijd duren, wist ik. Maar wil ik dit? En wil ik dit nú? Mijn zit was door de Tarta al sterk verbeterd, vergeleken met mijn oude situatie. En daar moest ik ook al aan wennen met veel spierpijn. Eigenlijk wil ik nu even een tijdje gewoon lekker zitten. Die dag belde ik de leverancier die langskwam om de stoel weer terug te zetten in de situatie van voor de laatste verstelling. Ik weet inmiddels wat deze ingenieuze leuning kan. Maar nu even rust. Gewoon kunnen zitten en mijn dingen doen. Later wil ik wel verder gaan om te werken aan een nog betere zit. Zitten is volgens Rietveld dan wel een werkwoord. Maar ik heb hier de afgelopen weken al hard aan gewerkt. Nu even niet werken maar zitten zonder zorgen. Ik geef mijzelf het bevel: 'zit!'

15 juni 2012

Zitten is een werkwoord


Ik heb net een nieuwe rolstoel aangevraagd bij het Zorgloket van mijn gemeente. Bij het eerste gesprek met de betreffende ambtenaar leek het allemaal geen probleem te gaan opleveren. Mijn oude stoel is vijf jaar oud en inmiddels zwaar getekend door het intensieve gebruik. De rugleuning is twee keer afgebroken en het zitframe brak vorig jaar tijdens het handbiken spontaan doormidden. Mijn bovenlichaam zakt wat naar links in de rolstoel. Ik krijg daardoor regelmatig een drukplek op mijn zitvlak en pijnklachten in mijn linkerschouder en aan de linkerkant van mijn nek. Aan die kant heb ik dus ondersteuning nodig. Door een ergotherapeut ben ik eens gewezen op een specialistisch bedrijf in Oldenzaal dat zitoplossingen op maat maakt. Daar geweest en zij kunnen inderdaad iets pasklaar voor mij maken. Ik wordt voor mijn gevoel dan wel aardig 'ingepakt' door de rugleuning. Bij het eerste gesprek met de gemeenteambtenaar en de man van het bedrijf dat in Hengelo aan de gemeente levert, wijst deze mij op een rugleuning die ook steun biedt maar mij minder ´inpakt.´ De Jay. Ziet er aardig uit maar in mijn stoel wordt ik na tien dagen helemaal gek van de spierkramp in mijn onderlichaam en de pijn in nek en schouders.. Mijn oude rugleuning weer in de stoel gezet en dat voelt als een heerlijk thuiskomen. De Jay is een starre leuning die mijn rug en schouders geen beweging toestaat. Juist dat blijk ik nodig te hebben om geen gillende pijn in mijn nek en schouder te krijgen. En de rugleuning van het Oldenzaalse bedrijf zou nog minder beweging toestaan. Dan vraag ik de Tarta rugleuning aan die ik op de Supportbeurs heb ontdekt. Volgens de leverancier biedt deze rugleuning steun en staat beweging toe. De leuning is bijzonder modulair opgebouwd en bestaat uit een soort ruggengraat met ribben. Ieder rib is afzonderlijk in te stellen. Ziet er ingenieus uit en klinkt als precies wat ik nodig heb. Ik heb de Tarta nu twaalf dagen in mijn stoel maar ben helaas nog steeds niet helemaal overtuigd. Drie keer is de leuning inmiddels bijgesteld. Er kan zo veel. Het is niet meteen goed en dat is niet gek natuurlijk. Wat steun betreft voelt hij nu beter aan. Moet ik weer een paar dagen afwachten hoe mijn lichaam daar op reageert. Er knaagt al wel iets in mijn linkerschouder en ik hoop dat het goed gaat. Maar waar ik nu meer last van heb is de spierverkramping van mijn onderlichaam. Alle spieren in mijn onderlichaam staan superstrak. In mijn liezen bijvoorbeeld, mijn bekken, beenspieren en zelfs mijn sluitspieren doen mee. Dat is niet leuk meer en ik weet niet of het er bij hoort en weer overgaat of dat het een teken is dat het niet goed is. Ik probeer het nog een paar dagen met de nieuwe afstelling en hoop dat het wegtrekt. Maar Rietveld zei het al eens: 'zitten is een werkwoord.'

De Tarta wordt geleverd door het bedrijf Summit

16 mei 2012

Ik doe mee aan IJburg Fotofestival IJFFF

Zeer binnenkort ga ik mijn weblog weer meer actualiseren. Eerste stap is de melding dat ik meedoe aan het IJFFF. Het IJburg Foto + Film Festival. Dat is van 25 mei t/m 3 juni op verschillende locaties op IJburg. Zondag 20 mei ga ik inrichten.

Zie ook: IJFFF

04 januari 2012

Fotoboek 'StarringU!' is rechtstreeks bij mij te bestellen

In het fotoboek ‘StarringU!’ is mijn gelijknamige fotoserie is gebundeld. ‘StarringU!’ is een portrettenserie van mensen met een handicap tijdens hun revalidatie. Ik heb ze in een geïmproviseerde studio in revalidatiecentrum het Roessingh in Enschede gefotografeerd als fotomodel met elementen uit hun persoonlijke leven van buiten het revalidatiecentrum. De serie maakte ik vanuit mijn rolstoel tijdens mijn eigen revalidatie na een ongeluk. Het boek telt 24 pagina’s full-colour in het formaat 28 x 21 cm. (Ongeveer A4) Ik geef het fotoboek uit in eigen beheer en het is rechtstreeks bij mij te bestellen. Scroll naar beneden voor foto's uit de inhoud.
Klik  op deze link ''The making of StarringU!' om de video te bekijken die BMTV uit Hengelo maakte.
Omslag 'StarringU!'
'StarringU!'  bestellen
Omdat ik het fotoboek in eigen beheer uitgeef, is het rechtstreeks bij mij te bestellen. Het boek is full-colour in het formaat 28 x 21 cm. (A4) en telt 24 pagina's.. Bedrijven, organisaties of instellingen kunnen ook hun logo in het boek laten opnemen om het te gebruiken als bv relatiegeschenk.

Prijs: € 39,95 (+ verzendkosten € 2,70)

Om te bestellen of voor meer informatie, stuur een e-mail naar: info@janbeerling.nl

Foto's uit 'StarringU!'