Colomn - 'U moet die pijn maar accepteren. Daar moet u mee leren leven'. Harde woorden van een uroloog in het ziekenhuis. Niet de mij behandelende, mijn eigen uroloog. Maar een 'losse' uroloog, die mij helemaal niet kent en alleen maar één van de velen was die 's ochtends visite liep. 'We kunnen u niet vol blijven pompen met antibiotica', beet hij mij ook nog, bijna beschuldigend, toe. Ik had namelijk een bacterie opgelopen, twee tegelijk dit keer zelfs, alleen te bestrijden met een antibioticum dat per infuus toegediend moet worden. Acht dagen ziekenhuis. Gelukkig met een paar dagen extra vanwege de zwaar penibele toestand waarin ik op dat moment zat. Er mentaal en lichamelijk helemaal doorheen zitten van anderhalf jaar blaasinfecties, pijn en antibiotica. De rek was er echt helemaal uit. Aansluitend zou ik therapie bij het Roessingh krijgen. Die 'pijnopmerking' van dokter M. kwam hard aan. Hoezo oplossingsgericht? 'Kan het te maken hebben met mijn weerstand?' vroeg ik nog. 'Weerstand is voor de Libelle', antwoordde dokter M. Binnen een week na ontslag werd ik weer opgenomen. Andere bacterie, zelfde verhaal. Ontslag op een zaterdag. Mijn dienstdoende PGB-hulp voor die avond en volgende ochtend, plotseling ziek. Verder veel zieken in mijn vaste PGB-team. Paniek bij mijn PGB-bureautje. 'We krijgen het niet rond. Weten niet hoe. Zou je een nacht extra mogen blijven omdat je de zorg thuis niet rond krijgt?' Dokter M. kwam persoonlijk de kamer op. Hij had toevallig weer dienst. Kruiste zijn armen voor de borst en leunde schuin tegen de muur van het gangetje naar de deur. 'We krijgen u hier niet weg hè', klonk het bijna spottend. Mijn uitleg sloeg niet echt aan. Had de man een antipathie tegen mij? Uiteindelijk vond hij het goed. In communiceren is de man geen groot licht. En zijn houding vind ik een specialist onwaardig. Zo degradeert hij zichzelf van uroloog naar plasdokter.
29 december 2014
Plasdokter
Colomn - 'U moet die pijn maar accepteren. Daar moet u mee leren leven'. Harde woorden van een uroloog in het ziekenhuis. Niet de mij behandelende, mijn eigen uroloog. Maar een 'losse' uroloog, die mij helemaal niet kent en alleen maar één van de velen was die 's ochtends visite liep. 'We kunnen u niet vol blijven pompen met antibiotica', beet hij mij ook nog, bijna beschuldigend, toe. Ik had namelijk een bacterie opgelopen, twee tegelijk dit keer zelfs, alleen te bestrijden met een antibioticum dat per infuus toegediend moet worden. Acht dagen ziekenhuis. Gelukkig met een paar dagen extra vanwege de zwaar penibele toestand waarin ik op dat moment zat. Er mentaal en lichamelijk helemaal doorheen zitten van anderhalf jaar blaasinfecties, pijn en antibiotica. De rek was er echt helemaal uit. Aansluitend zou ik therapie bij het Roessingh krijgen. Die 'pijnopmerking' van dokter M. kwam hard aan. Hoezo oplossingsgericht? 'Kan het te maken hebben met mijn weerstand?' vroeg ik nog. 'Weerstand is voor de Libelle', antwoordde dokter M. Binnen een week na ontslag werd ik weer opgenomen. Andere bacterie, zelfde verhaal. Ontslag op een zaterdag. Mijn dienstdoende PGB-hulp voor die avond en volgende ochtend, plotseling ziek. Verder veel zieken in mijn vaste PGB-team. Paniek bij mijn PGB-bureautje. 'We krijgen het niet rond. Weten niet hoe. Zou je een nacht extra mogen blijven omdat je de zorg thuis niet rond krijgt?' Dokter M. kwam persoonlijk de kamer op. Hij had toevallig weer dienst. Kruiste zijn armen voor de borst en leunde schuin tegen de muur van het gangetje naar de deur. 'We krijgen u hier niet weg hè', klonk het bijna spottend. Mijn uitleg sloeg niet echt aan. Had de man een antipathie tegen mij? Uiteindelijk vond hij het goed. In communiceren is de man geen groot licht. En zijn houding vind ik een specialist onwaardig. Zo degradeert hij zichzelf van uroloog naar plasdokter.
18 december 2014
Tussen de oren
Column - 'Zit het niet tussen je oren?', werd mij eens gevraagd. Ik had veel pijn. Had
volgens mij een nieuwe blaasinfectie terwijl ik nog met de antibioticakuur van
de vorige bezig was. 'Kon niet', volgens de artsen. Mooi wel, helaas. Een tijdje
en veel pijn later, bleek dat ook uit de urinekweek. Er kan veel tussen de oren
zitten. De gedachte aan verbetering houdt mij nog steeds op de been en aan het
trainen. Daar moet je zeker gemotiveerd voor zijn en dat zit ook tussen mijn
oren. Als deze akelige infecties voorbij zijn, pak ik dat weer op want het
geeft inderdaad verbetering. Iemand met een dwarslaesie moet al veel doen om
alleen al te behouden wat hij heeft. Laat staan als hij meer wil. De wil om
door te gaan moet dan ook zeker tussen je oren zitten, anders lukt het niet. Angst
kan ook tussen je oren zitten. Maar het kan ook uit een potje komen, heb ik
gemerkt. Van enkele antibiotica krijg ik namelijk angstaanvallen. Pure, niet te
beredeneren angst. En dat is eng. Duurde even voordat ik er achter kwam dat het
een bijwerking was van de antibiotica die ik slikte. Na het stoppen zakte het
langzaam weg. Overdag voelde ik het gewoon uit mijn hoofd wegtrekken. 's Avonds
had ik mijn hoofd weer terug en voor mijzelf. Heerlijk. Met al dit soort
ervaringen is het natuurlijk niet gek dat je er ergens tussen je oren ook iets
aan overhoudt. Bij pijn meteen denken: ik heb er wéér een! Allemaal tussen mijn
oren. Bij sommige mensen wordt dit overigens nooit gezegd. Neem wetenschapper
Stephen Hawking. Hij moet helemaal tussen zijn oren leven. Hij heeft een
briljante geest maar wie weet wat zich nog meer in zijn hoofd afspeelt.
Misschien kleedt hij zijn verzorgsters wel helemaal uit met zijn ogen. Maar daar
hoor je niemand over.
11 december 2014
Revalitaria revisited
© Foto Jan Beerling
Column - 'Schrijf het op. Je
verdriet, angst of andere dingen die je bezig houden'. Dat zei mijn psycholoog.
Jazeker, ik ben momenteel bij een psych. Ben weer even terug in de revalitaria
in Enschede. Niet voltijds nu maar zuinigjes twee keer per week. Om zowel
fysiek als mentaal een beetje opgelapt te worden. Meestal weet ik wanneer ik
een steuntje nodig heb om weer op de been te komen. Uiteindelijk moet je het
allemaal zelf doen natuurlijk, maar steun kan daarbij zeker goed doen. De
afgelopen twee jaren zijn me namelijk niet in de koude kleren gaan zitten. Er
waren in mijn privéleven zaken gebeurd waarvan enkele erg heftig. Daarbij een
blaasontsteking die maar niet over wilde gaan. De beestjes kwamen keer op keer
terug in mijn blaas en de frequentie werd steeds hoger. Uiteindelijk
manifesteerde de volgende bacterie zich al terwijl ik nog een antibioticakuur
voor de eerste slikte. 'De bacteriën vechten elkaar de blaas uit', noemt mijn
revalidatie-arts dat. Fijn dat mijn blaas zo populair is onder bacteriën. De
zaken in mijn privéleven hadden mijn geest niet onberoerd gelaten. Verder is mijn
lichaam langzamerhand behoorlijk uitgeput geraakt door al die herhaaldelijke
aanvallen van bacteriehorden met de daarbij horende, soms bijna gekmakende,
pijn. Kortom, zowel geestelijk als lichamelijk is de rek en weerbaarheid er
aardig uit. Nu schrijf ik dus weer. Weet nog niet goed hoe en wat. Ga ik alles
publiceren? Weet ik nog niet. Het schrijven heeft mij enkele jaren geleden
geholpen zonder dat dit de eerste bedoeling was. Toen op verzoek van mijn
uitgever voor publicatie. Ik schreef nooit voor de lezer maar omdat ik het zelf
kwijt wilde. Kan dat niet anders. Weer buiten de revalitaria drong pas goed tot
me door hoe het gelezen werd. Nu vraagt mijn psycholoog te gaan schrijven.
Subtiel verschil, maar voor mij hoop ik toch een beetje dezelfde uitwerking.
Oude columns lezen? Klik op kopje column bij: www.janbeerling.nl
Oude columns lezen? Klik op kopje column bij: www.janbeerling.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)