30 mei 2011

Vecht mee voor ons PGB!

Het huidige kabinet is bezig met onzalige plannen inzake het PGB. Heb je ook PGB waardoor je zelf de regie over je eigen leven en zorg kunt voeren, doe dan mee met onderstaande actie van de budgethoudersvereniging Per Saldo.

Mail uw verhaal naar de staatssecretaris! 
Per Saldo is boos over de plannen om voor de meeste mensen het pgb af te schaffen. Woensdag vergadert het kabinet of dit besluit definitief wordt. Daarom roepen wij u op om vandaag of morgen uw verhaal te mailen naar de staatssecretaris om te vertellen hoe uw leven eruit zal zien zónder pgb.
U kunt dit doen via het formulier op www.pgb.nl, dat automatisch op het adres van de staatssecretaris terechtkomt. Dit formulier komt ook bij ons binnen zodat wij uw verhalen ook met bijvoorbeeld Tweedekamerleden kunnen delen. Help zo mee om het pgb te behouden! 
Wat is er gebeurd?
Vandaag kwam de Telegraaf met het bericht dat het pgb nog slechts voor mensen met een zorgzwaartepakket toegankelijk blijft. Als de ministerraad deze plannen woensdag 1 juni goedkeurt, raken 120.000 mensen met een pgb hun budget volledig kwijt en zijn zij aangewezen op hulp van instellingen. Per Saldo is enorm boos over deze plannen die ook ons overvallen.
Wetende dat wij als budgethouders niet ontkomen aan bezuinigen, hebben we de afgelopen periode constructief meegedacht met het ministerie. Uiteraard met het doel om de mensen die hun leven op touw hebben gezet met het pgb, er zo min mogelijk onder te laten lijden. Volgens ingewijden zijn alternatieve plannen volkomen van tafel geveegd en kunnen, als het laatste nieuws doorgaat, nog slechts 13.000 mensen met een pgb in een zorgzwaartepakket aanspraak maken op een pgb. Dit mag niet gebeuren.
Desastreuze gevolgen
Nogmaals, dit maakt ons enorm boos. Het pgb bestaat meer dan 15 jaar en is voor mensen met een beperking, die zelf de regie over hun leven willen behouden onmisbaar. Met het pgb bouwen zij hun leven op, kunnen zij leren, studeren, naar dagbesteding, werken en wonen waar zij zelf willen. Jarenlange ontwikkeling van gewenste en relatief goedkopere zorg dreigt nu volledig te verdwijnen.
Gevolg is dat mensen niet meer thuis kunnen blijven wonen, kinderen uit huis moeten worden geplaatst, mensen niet meer naar de zorgboerderij kunnen, mensen hun baan moeten opzeggen, kortom, dat 120.000 mensen, plus hun partners en gezinsleden, een groot stuk van hun leven verliezen.

20 mei 2011

Sure we can!

ColumnRob Summers heet de gelukkige Amerikaan die na vijf jaar dwarslaesie weer reële vooruitzichten heeft om te lopen. Blijkbaar was 2006 een bijzonder slecht jaar. Rob Summer kreeg een dwarslaesie door een auto-ongeluk, Maaike van den Berg datzelfde jaar door een motorongeluk en ikzelf door een nachtelijke val van de trap. Maaike heb ik leren kennen via internet. En over Rob Summers hoorde ik vandaag op het nieuws. Succesverhalen waar alle dwarslazers naar snakken. Weer lopen, dat is wat we willen. Ronduit stuitend vond ik daarom de reactie van een Nederlandse revalidatiearts in het nieuws. ‘Nee, we moeten vooral geen valse hoop hebben.’ ‘Man, hou alsjeblieft je kop,’ denk ik dan. Je weet absoluut niet waar je het over hebt. Als er één soort mens is die wel heel goed onderscheid kan maken tussen hoop en valse hoop, dan is het wel iemand met een dwarslaesie. En met de Nederlandse Calvinistisch voorzichtige denkwijze waarmee we ooit de dijken opgehoogd hebben, komen we echt niet veel verder in het genezen van een dwarslaesie. In de revalitaria kreeg ik te horen dat ik nooit meer zou lopen. Dat begon trouwens al in het ziekenhuis. Inmiddels ben ik vijf jaar verder en héb ik gelopen. Niet zonder hulp want ik trainde in de fantastische looptrainer Locomat. En in het zwembad met behulp van de opwaartse druk van het water. Ik heb bij mezelf duidelijke verbetering geconstateerd. Door training in de Locomat heb ik zeker meer spierkracht gekregen. De Locomat komt uit Zwitserland en in Amerika hebben ze dus nu de eerste dwarslazer weer écht op de benen gekregen. Nederlandse revalidatieartsen zouden iets kunnen leren van de mentaliteit van dwarslazers die zich tomeloos inzetten om vooruit te komen. Amerika heeft blijkbaar nog van die pioniersmentaliteit. Niet voor niets heeft een Amerikaanse koeriersdienst de slogan waar ik me helemaal in kan vinden: ‘Sure we can!’

03 mei 2011

Pluisje

Foto © Jan Beerling

Column - Ik zit voor de wastafel en kijk mezelf in de spiegel aan. ‘Even het oorlogsschip optuigen’ zei een geliefde in het verleden altijd, wanneer ze zelf bezig was. Ik houd het wat bescheidener. Leg al vast de tandenborstel en de tandpasta klaar, maar pak eerst de scheerkwast en scheerzeep. Gewoon lekker ouderwets inzepen. Toch altijd weer een mooi mannenritueel, denk ik dan. Van mijn vader geleerd, al weer heel, heel lang geleden. Ik heb het ook elektrisch geprobeerd, maar nat, met een mesje scheren heeft het helemaal voor mij. Geen turbo-mesjes met wel zestien kleinere mesjes er in. Gewoon die van het Kruidvat. Zijn goed genoeg voor mij. Kwast onder de kraan, in de scheerzeep en dan over mijn gezicht. Daarna het mesje er over. Eerst van boven naar beneden, dan opnieuw inzepen en dan van beneden naar boven om de laatste weerbarstige haartjes weg te scheren. Weg? Nou, voor een dag dan. Of nog niet eens. ’s Avonds voel ik de stoppels al weer opkomen. Daarna met een nat washandje de overgebleven scheerzeep van mijn gezicht wassen. Nu tandenstoker en tanden poetsen. Als laatste nog even spoelen met een mondwater. Door mijn tandarts aanbevolen. Het is dus goed, of de man heeft aandelen in de mondwaterfabriek. Wie zal het weten. Ik veeg alles een beetje af en maak met een speciaal sponsje de wastafel droog. Hé een zwart pluisje. Ik veeg het snel met mijn vinger weg. Ineens een zwart streepje. Geen pluisje dus maar een klein vliegje wiens leven ik nu plotseling en onbewust heb beëindigd. Zo kan het dus soms gaan. Kan je leven zomaar ineens stoppen. ‘God dobbelt niet’ schijnt Einstein eens gezegd te hebben. Ik heb geen idee. Misschien is er helemaal geen god. Maar als hij er toch is zal ie ook wel eens een pluisje wegvegen. Ja, en soms ben jij dan net dat pluisje.