31 augustus 2010

Staan met de Struzzo

Blij ben ik want ik sta voor het eerst sinds lange tijd weer rechtop. Ik sta in de Struzzo Plus. Een soort statafel met wieltjes en een elektromotor. Ik kan er zelf vanuit mijn rolstoel in komen en mij rechtop zetten. Vanuit mijn rolstoel schuif ik op een soort zitje dat met een arm aan het apparaat vast zit. Wanneer ik op de knop druk gaat de zuil langzaam omhoog om mij in stahouding te zetten. De arm met het zitje schuift langzaam mee en ondersteunt mij in stahouding van achteren. Met een joystick bedien ik het motortje en kan ik me binnenshuis verplaatsen. Een prachtig apparaat! Het huis waarin ik vorig jaar ben komen te wonen heb ik nooit vanaf stahoogte kunnen bekijken. Pas na mijn ongeluk en revalidatie ben ik hier namelijk heen verhuisd. Ik kwam een oproep tegen van LevareCura, de importeur en leverancier van de Italiaanse Struzzo. Ze zochten mensen om het ingenieuze ding uit te testen. Een paar dagen later had ik hem al in huis, inclusief twee instructeurs. Tot volle tevredenheid heb ik hem uitgeprobeerd. Morgen komen ze hem helaas weer ophalen. Als fotograaf is de Struzzo voor mij ook zeer bruikbaar bij mijn werk in mijn fotostudio. Ik ga hem aanvragen. Aan veel mensen heb ik het al doorgegeven. Zelf geïnteresseerd? Ze brengen hem thuis. Neem dan contact op met LevareCura in Nunspeet, zie de link: Levarecura

Rode pil

Eerder gepubliceerd 31-10-2006


2 - Rode pil.

Het is mooi weer en ik loop op straat. Ik ken de straat niet en ik vraag me af waar ik precies ben. Dit stuk van Hengelo is mij onbekend. Het is rustig in de straat en er is bijna niemand te zien. Langzamerhand word ik mij bewust van een man in een rolstoel achter mij. Hij blijft gelijk met mij op gaan maar ik ken hem niet. Ik versnel mijn pas. De man in de rolstoel blijft op dezelfde afstand.

Ik begin te rennen maar de rolstoeler blijft mij moeiteloos bijhouden. Samen vliegen we over straat. Dan een kruising. Mijn redding. Dwars door het rode voetgangerslicht heen snel ik naar de overkant. Tot mijn verbazing blijft de onbekende rolstoeler onafscheidelijk aan mijn zijde kleven. Plotseling een grote schok. Met open ogen lig ik in een ziekenhuisbed. Klaarwakker en ik heb het blijkbaar gedroomd. Ik wilde mij omdraaien maar mijn benen draaiden niet mee. Dwarslaesie, schemert er door mijn nu wakkere geest. In mijn slaap even vergeten. Het zit blijkbaar nog niet in mijn onderbewuste.

Met één klap ben ik weer in de werkelijkheid. Het lijkt wel op het ontwaken van Neo in de film de Matrix na het slikken van de blauwe pil. Met een rode was hij in de Matrix gebleven. Nu komt hij ineens uit zijn gefingeerde wereld in de harde werkelijkheid terecht. Regelmatig gaat hij terug de Matrix in. Soms alleen, soms met zijn companen en soms met de bevallige Trinity. Heb je in de Matrix iets nodig of moet je iets kunnen, dan wordt er even een programaatje gestuurd. Geen probleem. Ik wil ook de Matrix in. Ik wil een rode pil. Ik wil duizend rode pillen!

Jan Beerling

Eerste column: gered

Eerder gepubliceerd 24-10-2006

1 - Gered

Rond twee uur word ik wakker. Ik moet plassen, net als iedere nacht. Duidelijke zaak. Bril op, onderbroek aan, bed uit en de trap af naar de wc beneden. Eerst de overloop. Die is donker. Donker laten want ik wil niet te wakker worden. Straks lekker verder slapen. Naar de trap. Eerst de bovenste tree, dan de volgende en dan weer de volgende tot ik de deur naar de woonkamer voel. Niks aan. Ik zet mijn voet op de bovenste tree. Plotselinge paniek. Er is geen bovenste tree! Mijn voet maait door pure lucht en mijn linkerhand graait tevergeefs naar de leuning.

Plotseling lig ik onder aan de trap. Hoe lig ik in vredesnaam en waar zijn mijn benen? Ik zit helemaal klem. Rug tegen de muur, kin op de borst gedrukt, mijn linkerarm vastgeklemd tussen mijn lichaam en de kamerdeur. Alleen mijn rechterarm is vrij. Ik zoek mijn benen. Ze liggen boven mij, gestrekt langs de trapspijl. Maar ik kom niet los. Wat ik ook doe. Dan voel ik het leven uit mijn benen verdwijnen. Ze lopen als het ware leeg. Dit is niet goed!

Hulp moet ik hebben. Ik begin te roepen. Door mijn houding klinkt mijn stem gedempt. Horen mijn buren dit wel? Met mijn rechterarm mep ik tegen de tussenmuur naar mijn buren. Tijd verstrijkt maar geen reactie. Hoe lang lig ik hier nu al? Ik begin bang te worden. In de ochtend moeten ze me toch horen?

Boven hoor ik mijn wekkerradio. Het moet kwart over zeven zijn. Bij mijn buren hoor ik gestommel. Met nieuwe energie klop ik en roep. Na een tijdje nog niks. Mijn geliefde komt pas morgenavond. Moet ik nog een volle dag, een nacht en nog een dag zo blijven liggen? Houd mijn lichaam dit vol? Straks ga ik dood. Ga ik hier heel lullig dood!

Ik was wat weggezakt maar hoor ineens de deurbel. Schreeuwen! Kloppen! Geen reactie. Even later haastige voetstappen om het huis. Geroep over de schutting. Ik roep terug. Dan gekraak. De schuttingpoort wordt ingetrapt. Vanachter de gesloten buitendeur verstaat mijn buurman mij nu. Geschrokken belt hij 112. Even later ben ik gered. Hoewel gered? ‘Lijkt een gebroken nek,’ sombert de ambulancezuster naast mij.

Jan Beerling