13 oktober 2010

Topsport

Eerder gepubliceerd 14-11-2006

4 - Topsport

Lopen is op zich een vrij aardige bezigheid. Gewoon de ene voet voor de andere en dan gaat het haast vanzelf. Het is gezond en je komt nog ergens. Sommige mensen slenteren, maar die komen ook ergens. Vaak in een aangenaam tempo waarbij ze onderweg ook nog wat zien of mee maken. De reis is dan net zo belangrijk als het doel. Wanneer je hard loopt kun je sporter worden en wanneer je erg hard kunt lopen, maak je een dikke kans om topsporter te worden. Topsporters lopen nergens naar toe. Ze lopen meestal in rondjes en ze moeten veel trainen om dat te kunnen. Topsporters doen ook mee aan wedstrijden zoals de Olympische Spelen. Wanneer je niet kunt lopen, dan mag je daar niet aan meedoen. Momenteel loop ik niet meer maar gebruik een rolstoel. Met mijn armen draai ik aan de hoepels van de wielen en beweeg me zo vooruit. Armen zijn daar niet voor gemaakt en mijn armen al helemaal niet. Het is primitief en valt zwaar. ‘Topsport’ volgens mijn revalidatiearts uit het ziekenhuis. Zelf had ik nooit de bedoeling sporter te worden. Laat staan topsporter. Ik liep graag maar dan wel in mijn eigen tempo. Ongeveer tien procent van de Nederlandse bevolking heeft een handicap. Een groot deel daarvan gebruikt een rolstoel. Ze bewegen zich er mee rond in huis, gaan er mee naar de supermarkt op de hoek of winkelen er mee in het stadserf. Voor rolstoelrijden heb je beide handen nodig. Je kunt niet onder het rijden de maat van de muziek op het stuur meetikken of met een vinger in je oor pulken. Rolstoelrijden kost ook relatief veel kracht. Maar rolstoelrijders hebben over het algemeen geen andere keus. Volgens mijn revalidatiearts allemaal topsporters. Zonder het te weten telt ons land dus een groot aantal gedwongen topsporters.

Geen opmerkingen: