10 juli 2015

Ontmoeting tussen de oren

© Foto: Jan Beerling

Column - 'Durf jij naar binnen?', fluistert ze vlak naast me. Ik twijfel. Het is september 1980 en ik sta in het halfduister van een soort circustent op de Oude Markt in Enschede. Ik ben net begonnen aan het eerste jaar van de Sociale Academie en sta met een groepje klasgenoten aan de ingang van een grote, schemerige circustent. De tent is onderdeel van een kunstproject en gaat over de suggestie van je eigen verbeelding en angsten. Bij de ingang is de sfeer al direct akelig raak. We staan voor een dranghek waar je omheen moet. Meer mensen druppelen binnen. Onze ogen speuren door het halfduister. Vage schaduwen en contouren zien we en rook. Iedereen fluistert en blijft staan. 'Wat zien jullie?', vraagt iemand. 'Ik ga weer naar buiten', zegt een ander. Mijn hart klopt sneller en ik voel een mengeling van opwindende angst en nieuwsgierigheid. 'Durf jij naar binnen?' fluistert een klasgenote naast mij. Ik haal mijn schouders op en twijfel. 'Zullen we samen gaan?' vraagt ze. 'Is goed', zeg ik zacht en ze pakt mijn hand. Samen schuifelen we het hek voorbij, de lugubere tent in. Voetje voor voetje. Om ons heen kijkend en voortdurend alert. Niet wetend wat te verwachten. Lampen gaan plotseling aan en weer uit, dreigende silhouetten verschijnen en verdwijnen. Mijn fantasie werkt goed en de suggesties in de tent ook. Dan geluiden en meer en suggesties van bloed. Van waden door bloed. Onder mijn voeten voel ik het nu. We waden écht door bloed! Zo voel ik het onder mijn schoenen. Ik walg en voel duidelijk haar hand. Stevig in mijn hand. Verder schuifelen we. Voorzichtig, twijfelend en soms terughoudend. Ineens uit het niets schiet een groot kadaver voor ons langs. Ik schrik. Zij knijpt in mijn hand en ik hou ongetwijfeld haar hand ook steviger vast. Haar hand voelt vertrouwd en ik ga door. Plotseling zijn we aan het einde. Ineens staan we weer buiten. Opgelucht haal ik adem en kijk naar mijn klasgenote. Ik kijk en het duurt even voordat ik het besef. De hand van mijn klasgenote voelde vertrouwd en had mij tijdens de lugubere tocht geholpen verder te gaan. Als ik schrok dan schrokken we samen en samen schuifelden we verder. Inderdaad, zonder elkaar echt aan te kijken. We keken voortdurend om ons heen en vooruit. Maar nu staan we weer in het licht en ik kijk stomverbaasd in het gezicht van een mij volkomen onbekende vrouw.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Per ongeluk vreemd gegaan zeker???
Ton Duivenvoorden

Jan Beerling zei

Haha, die Ton. Lekker vanuit je eigen achtergrond en gedachtenwereld aan het interpreteren geslagen?