03 mei 2011

Pluisje

Foto © Jan Beerling

Column - Ik zit voor de wastafel en kijk mezelf in de spiegel aan. ‘Even het oorlogsschip optuigen’ zei een geliefde in het verleden altijd, wanneer ze zelf bezig was. Ik houd het wat bescheidener. Leg al vast de tandenborstel en de tandpasta klaar, maar pak eerst de scheerkwast en scheerzeep. Gewoon lekker ouderwets inzepen. Toch altijd weer een mooi mannenritueel, denk ik dan. Van mijn vader geleerd, al weer heel, heel lang geleden. Ik heb het ook elektrisch geprobeerd, maar nat, met een mesje scheren heeft het helemaal voor mij. Geen turbo-mesjes met wel zestien kleinere mesjes er in. Gewoon die van het Kruidvat. Zijn goed genoeg voor mij. Kwast onder de kraan, in de scheerzeep en dan over mijn gezicht. Daarna het mesje er over. Eerst van boven naar beneden, dan opnieuw inzepen en dan van beneden naar boven om de laatste weerbarstige haartjes weg te scheren. Weg? Nou, voor een dag dan. Of nog niet eens. ’s Avonds voel ik de stoppels al weer opkomen. Daarna met een nat washandje de overgebleven scheerzeep van mijn gezicht wassen. Nu tandenstoker en tanden poetsen. Als laatste nog even spoelen met een mondwater. Door mijn tandarts aanbevolen. Het is dus goed, of de man heeft aandelen in de mondwaterfabriek. Wie zal het weten. Ik veeg alles een beetje af en maak met een speciaal sponsje de wastafel droog. Hé een zwart pluisje. Ik veeg het snel met mijn vinger weg. Ineens een zwart streepje. Geen pluisje dus maar een klein vliegje wiens leven ik nu plotseling en onbewust heb beëindigd. Zo kan het dus soms gaan. Kan je leven zomaar ineens stoppen. ‘God dobbelt niet’ schijnt Einstein eens gezegd te hebben. Ik heb geen idee. Misschien is er helemaal geen god. Maar als hij er toch is zal ie ook wel eens een pluisje wegvegen. Ja, en soms ben jij dan net dat pluisje.

Geen opmerkingen: