Column - 'Waar wil je heen', vraagt mijn chauffeur. 'Parijs!', dacht ik. 'Richting Deurningen?', zeg
ik aarzelend. Hij start en de machtige V12 motor onder de eindeloos lange
motorkap komt diep grommend tot leven. Heerlijk, wat een geluid. Ik zou er zo
een cd van kopen. Ik zit in een knalrode Jaguar E-type uit 1972. De
E-type is de mooiste auto ooit gebouwd. Dit is de uitvoering met de machtige V12
motor. En dat hoor je. Helaas zit ik niet achter het stuur, maar aan de
passagierskant. Het begon een aantal weken geleden toen ik in Enschede moest
zijn. Ik reed zelf in mijn aangepaste bus en had iemand mee om mij te helpen.
Rijdend over de Deurningerstraat in Enschede zag ik plotseling de rode Jaguar
staan. 'Dat is nu een E-type', zei ik tegen mijn passagiere. 'Daar zou ik graag een keer in mee willen rijden'. Het is een jongensdroom die ik
al lang heb. We stopten en mijn reisgenote stapte uit om her en der aan te
bellen om de eigenaar op te sporen. De tweede poging was raak en ze kreeg van
de verbouwereerde bezitter een email adres waar ik maar een berichtje heen
moest sturen. Dat gedaan en twee mailtjes verder was het rond. Ik mocht mee.
Toch had ik zelf ook een twijfel. Ik wilde niet rondgereden worden als
gehandicapte die een keer in een sportwagen mee mag rijden. Dat gebeurt al één
keer per jaar op Vliegveld Twente. Alle respect daarvoor maar dat is niet aan
mij besteed. Ik wil gewoon mijn droom verwezenlijken. Persoonlijk heb
ik niks met Ferrari of Lamborghini. Maar een ritje in een Jaguar E-type,
daar mag je me voor wakker maken. Daar droomde ik voor mijn handicap ook al
van. Een mooiere auto is er niet. Het zullen de ronde vormen en lijnen
wel zijn, die bijna vrouwelijk aandoen. Ik weet het niet. Maakt mij ook niet
uit. Deze zaterdag gaat het dus gebeuren. 's Ochtends plotseling een
telefoontje: 'kun je vanmiddag? Het wordt mooi weer'. Op de afgesproken tijd
stopt er een rode Jaguar E-type cabrio voor mijn deur. Samen met een goede
vriend hijst de bestuurder mij op de passagiersstoel. Gordels om en daar gaan
we. Richting Deurningen, dan Weerselo, Tubbergen en via Almelo naar Hengelo
terug. Lekker toeren in een aangenaam tempo. In de dorpen draaien hoofden van
vooral mannen, om naar onze zwaar ronkende machine. Ik voel de wind door mijn
haren en in mijn gezicht. En ik geniet. Bij de stoplichten in Hengelo nog een
plotselinge spurt met gas op de plank om twee vrachtwagens te passeren voordat
de weg weer smaller wordt. Een zware brul en ons rode monster sprint vooruit met
zijn enorme kracht. Ik voel me hartstikke jarig. Ik heb mijn jongensdroom
gerealiseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten