Ironside (Raymond Burr)
Column - ‘Bewaar dit’, ik hoorde het amper maar
plotseling ligt er een knalroze usb stick in mijn schoot. Een mooie vrouw met
lang donker haar loopt haastig weg. ‘Wat is dit?’, dacht ik en ga snel achter
haar aan. ‘Je hebt iets verloren!’ roep ik, ondertussen vaart makend. Ze snelt
de hoek van de winkelstraat om. Ik er achteraan. Sterk remmend en op één wiel
overhellend de volgende drukke straat in. ‘kijk uit je doppen’, schreeuwt een
man wiens boodschappentas ik uit de handen rij. ‘Sorry!’, roep ik over mijn
schouder. Ik moet verder en weten wat er aan de hand is. De vrouw speelt het op
haar hakken klaar een voorsprong op mijn wielstoel te krijgen. Ik zie haar niet
meer maar plotseling staat er een blinde man met forse buik voor mij. Met zijn
blindenstok wijst hij en kijkt me aan. ‘Daar rende ze heen’, zegt hij. Ik die kant uit. Uit de volgende
zijstraat stormt Schimanski en dendert voor mij uit. Onbehouwen loopt hij de
oude Baantjer omver die net op zijn hurken een spoor zit te bekijken. Verstoord
staat hij weer op terwijl inspector Frost mopperend het stof van zijn jas
slaat. Ik snap er niks meer van. Waar ben ik? Maar ik scheur door en zal weten
wat ik met die usb stick moet. Even wordt ik afgeleid door Tila Tequila die
voor de etalage van een modezaak staat te kijken. Verder moet ik. Ineens vóel ik
dat ik wordt gevolgd. Ja hoor! Peter de Vries verstopt zich met een verborgen
cameraploeg achter mijn wielstoel. Tjonge, dit moet zeker belangrijk zijn. Dan
zie ik de vrouw weer. Ze duikt een taxi in. Er staat net een rolstoeltaxi klaar.
Met de lift ben ik zo binnen. ‘Volg die taxi’,
roep ik. De chauffeur draait zich om. Het is Ironside. ‘Mooi niet’,
bromt hij. ‘Vandaag staking’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten